De berekening gaat uit van drie deelafstanden:
- Een vrije draaicirkelzone van 18m na het einde van de helling, dus afdoende voor een trekker-oplegger. Indien met citytrailers of andere vrachtwagens met een kortere afstand wordt gewerkt, dient dit in deze eerste versie nog manueel gecorrigeerd te worden.
- Een docking zone van 18m tegen de kaai aan. Daarbij worden twee varianten weerhouden: een 2% helling voor docking zones die door een positieve (opwaartse) helling worden voorafgegaan, en een 4%/-4% combinatie voor docking zones die door een negative (neerwaartse) helling worden voorafgegaan.
- De eigenlijke te berekenen afstand met de te berekenen hellingszone. Er is uitgegaan van een rechte aanrij - eventuele corrigerende V-vormen zijn niet meegenomen in deze berekening.
Voor de berekening dienen twee getallen (zonder eenheid) ingegeven te worden.
a) De vrije ruimte in meter. Deze afstand wordt verkregen door het hart van het docking platform (uiterste rand) te bepalen, en loodrecht op deze rand een lijn te trekken. Daar waar deze lijn een obstakel raakt (een gevel, een afsluiting, ...) eindigt de vrije ruimte.
- De vrije ruimte omvat de drie hierboven genoemde deelafstanden, en moet daarom minstens 38m bedragen.
- Er wordt uitgegaan van een docking in de gevellijn. Een schuine docking kan echter op eenzelfde manier berekend worden, mits rekening te houden met een manuele correctie voor de draaicirkel in de beschikbare vrije ruimte.
b) Het hoogteverschil tussen de kaai(perron)vloer en de rijweg.
BELANGRIJK: de hoogtecoördinaat van de rijweg dient van de hoogtecoördinaat van de kaai afgetrokken worden.
- Is de kaaivloer bv 40 cm boven de rijweg gelegen, dan is het in te vullen getal -0,40.
- Is de kaaivloer 1m onder de rijweg gelegen, dan dient 1 ingevuld te worden.
- De hoogte van de kaaivloer is dus NIET te zien als de hoogte van de kaai tov het einde van de helling, maar ten opzichte van de rijweg.